Verslag wandeling Zwei Mühlen (Nedersaksen)
Tekst en Foto's: clubleden Nicole en Guy
In de Duitse wandelbrochure Nordpfade vonden we deze luswandeling in de omgeving van Godenstedt (Nedersaksen) van ongeveer 12 kilometer. De wandeling, die ons langs twee molens zou brengen, begon eigenlijk aan de watermolen Eitzmühlen, maar men kon ook vertrekken aan een andere watermolen, namelijk Bademühlen, die ongeveer 7 kilometer verderop lag. We besloten om te vertrekken van watermolen Bademühlen omdat – volgens onze informatie – er een café zou zijn aan de watermolen Eitzmühlen en we daar dan even konden pauzeren.
Na een autoritje van 16 kilometer parkeerden we aan de idyllisch gelegen watermolen Bademühlen. Deze molen werd in 1542 gebouwd en dankzij de grote molenvijver en de zijrivier Bade, die constant wordt gevoed vanuit de heidevelden, kon deze molen het hele jaar door draaien. Omdat er liefst drie ‘maalbeurten’ mogelijk waren en er ook boekweit kon verwerkt worden, kwamen boeren van ver om hier hun graan te laten malen. In de vorige eeuw was er op een bepaald moment een belangen-conflict tussen de molenaar en de boeren die stroomopwaarts van de Bade woonden. Zij damden de stroom af om zo hun weiden tijdelijk te laten onderlopen. De werking van de molen werd aan strenge beperkingen onderworpen, maar na langdurige juridische procedures won uiteindelijk de molenaar en kreeg hij, als enige, het recht om het water uit de Bade te gebruiken en moesten de boeren hun dammen weer verwijderen.
In 1945 werd de voormalige houten brug over de stuw van de molen opgeblazen door Duitse soldaten en daarbij werden zowel het waterrad als de stuw vernietigd. Pas in 1953 werden de stuw van de molen en de brug eroverheen herbouwd. In 1995 werd een nieuw waterrad aan de molen bevestigd en sindsdien is de molen weer volledig functioneel, zij het dat er ‘maar’ twee maalbeurten mogelijk zijn. De molen kan bezichtigd worden in de weekends, maar ook op maandag, toen wij er waren, konden we zowel binnen als buiten een kijkje nemen in en rond de molen.
Na het bezoek aan deze molen begonnen we aan de eigenlijke wandeling. Deze leidde ons door het bos Godenstedter Holz en hoe dieper we het bos ingingen, hoe smaller de paden werden. Na ongeveer een kilometer verlieten we het bos en wandelden vervolgens over een pad langs de rand van het bos, terwijl aan de andere kant van ons velden lagen, waardoor we weidse uitzichten kregen op de omgeving. Het pad kwam uit op een rustige straat en na een kort stukje over het fietspad gewandeld te hebben, sloegen we af naar een veldwegje om iets verderop uit te komen aan een tweede molen, namelijk de Eitzmühlen.
Deze molen werd voor het eerst genoemd rond 1300 en behoorde eerst tot de boerderij Eitzte en later tot het klooster van Zeven tot hij in 1858 in privébezit kwam. In februari 1941 werd de molen zwaar beschadigd door ijs en werd hij buiten gebruik gesteld. De molen ligt met zijn waterrad in de Oste-vallei en is nu de thuisbasis van het Oste-Café. Hier kan je in de weekends genieten van zelfgemaakte taarten en koffie. We kunnen - uit eigen ervaring - bevestigen dat het zeer lekker was!
We namen onze tijd voor deze aangename rustpauze op het terras van het Oste-Café, ook al waren we nog niet eens halfweg…
Het vervolg van deze wandeling bracht ons eerst naar de voormalige Mergelkuhle, een “kuil” die vandaag de dag met grondwater gevuld is en een waardevolle leefruimte biedt voor de plaatselijke fauna en flora. Tot het begin van de 20ste eeuw voorzag deze “kuil” de lokale landbouw van kalkmeststof en bij opgravingen werd hier ook een grote mammoetslagtand gevonden.
De wandeling bracht ons daarna naar Godenstedt, een klein dorpje waardoorheen zich de stroom Oste kronkelt en waar veel eeuwenoude eikenbomen staan, evenals meerdere boerderijen.
In dit dorp passeerden we eveneens de Godenstedter Glockenturm, een klokkentoren. In 1952 werd op vraag van pastoor Meyer in het dorp een inzameling gehouden voor nieuwe kerkklokken, aangezien de oude klokken tijdens de oorlog waren ontmanteld en omgesmolten waren om granaten en andere bewapening te produceren. De collecte leverde goede resultaten op, zodat een deel ervan gebruikt kon worden om eendorpsklok aan te schaffen.
De inhuldiging vond plaats op zondag 28 september 1952. Elke dag werd de klok geluid, afhankelijk van het seizoen, om 7.00 (of 8.00) uur en om 17.00 (of 18.00) uur, en op zondag om 10.00 uur, eerst door Christian Vetter en sedert 1956 door Hermann Michaelis. Toen laatstgenoemde deze taak in de jaren zeventig om ouderdomsredenen niet meer kon uitoefenen, werd aanvankelijk gestopt met het regelmatig luiden van de klok. Alleen bij sterfgevallen waren er mensen uit het dorp die het luiden van de klok overnamen.
Tot in de jaren 90 werd de klok bediend met behulp van een met de hand getrokken klokkentouw. Tegenwoordig regelt een timer de elektrische aandrijving van de bel, zodat die elke avond om 18.00 uur gaat luiden.
Nadat we de dorpskern verlaten hadden, moesten we even over het fietspad wandelen om vervolgens af te slaan naar een veldweg. Via mooie natuurlijke paden wandelden we langs vruchtbare velden en bloeiende weides door het dal van de Baderivier, om tot slot via een stukje bos terug te keren naar de Bademühlen en de parking.
Hoewel het in de voormiddag nog pittig geregend had op de camping, kregen we aanvankelijk weliswaar een zwaarbewolkte lucht als gezelschap aan de start van de wandeling, maar het klaarde alsmaar meer op en in de namiddag wandelden we onder een blauwe lucht bij een temperatuur van 24°. Deze mooie wandeling was 12,6 kilometer lang.